donderdag 16 mei 2013

Les Chevaux de Dieu; een film van Nabil Aayouch


Les Chevaux de Dieu; een film van Nabil Aayouch


Wat weten we eigenlijk van de aanslagen van 2003 in Casablanca? De aanslagen zijn gepleegd door 14 terroristen. Twee restaurants, een café, een hotel en een joodse begraafplaats werden geraakt. 30 doden en honderden gewonden. Casablanca was in shock. De daaropvolgende campagne “Touche pas a mon pays” gaf uiting aan de woede en angst van de Marokkaanse bevolking. Later dat jaar, toen ik Casablanca bezocht, zag ik de posters overal hangen; er was een klopjacht gaande op de (nog levende) aanslagplegers en hun helpers. De gebouwen en straten waren inmiddels hersteld en het leven in Casablanca leek gewoon weer door te gaan. Maar wat weten we over de daders, waar komen ze vandaan en wat heeft ze aangezet tot die aanslagen op die 16e mei in 2003?

De film Le Chevaux de Dieu van Nabil Aayouch gaat in op de sociale achtergronden van de daders en hun motieven. De film, gebaseerd op de roman Les etoiles de Sidi Moumen van Mahi Binebine, brengt ons naar de sloppenwijk Sidi Moumen in Casablanca en laat ons kennis maken met het leven in de sloppenwijk lang voor de aanslagen van 16 mei 2003.

Welkom in de wereld van Sidi Moumen!
De eerste scene is gelijk een wervelwind van kleurrijke Marokkaanse straattaal en zwierige personages. We maken kennis met een hele jonge Yachine: "Kom maar op, ik naai je in je kont" schreeuwt hij tegen zijn tegenstander op het voetbalveld. Zijn beste vrienden Nabil en Fouad willen de bal naar hem spelen. Ze raken beland in een grote vechtpartij en worden omvergelopen. Dan verschijnt daar opeens Hamid, de oudere broer van Yachine. Zwaaiend met een dikke zware ketting in zijn hand roept hij tegen zijn jongere broertje en zijn vrienden: "Rennen jongens, ik pak die honden wel!"

De broers, Hamid en Yachine leven met hun moeder en psychotische broer in een benauwd en klein krot. Centraal in de kleine huiskamer is de tv en schotelantenne, vooral als de razend populaire Mexicaanse serie Guadeloupe aanstaat. Fouad is de helft van de tijd stoned van het lijmsnuiven en overal waar Yachine is, volgt Nabil. Hij heeft meisjesachtige trekjes en lijkt het meest kwetsbare van het stel.

Met de begrafenis van Hassan II in 1999, laat de film zien dat de wereld verandert, behalve de wereld van Sidi Moumen. Eén ding misschien: De beruchte keiharde politiecommissaris, bijgenaamd de Pitbull, wordt overgeplaatst. Maar dat is dan ook het enige wat er verandert in de levens van de inmiddels oudere jongens. Er is geen andere wereld dan de sloppenwijk en er is geen enkel perspectief op een beter leven. Geweld, verbaal, fysiek of seksueel, is dichtbij en altijd aanwezig, net als de stank van de sloppenwijk. De jongens ontsnappen er niet aan.

Hamid is de leider van het stel. Als hij de gevangenis in moet, zien we Yachine worstelen met de afwezigheid van zijn oudere broer. Zijn moeder laat niet na om bij het minste of geringste te laten blijken dat Hamid haar lievelingszoon is. Als Yachine zijn steentje wil bijdragen aan het huishouden komt hij een hopeloze jungle terecht. ‘Sinds wanneer zijn de sinaasappels duurder geworden?’ vraagt hij aan de verkoper. ‘Sinds je broer vast zit in de gevangenis! Nou oprotten, hoerenzoon.’

Welkom broeders, u bent thuis!
Alles verandert wanneer Hamid terugkeert uit de gevangenis. Hij is bekeerd tot de orthodoxe islam en lid geworden van een religieuze broederschap onder leiding van een Emir. Yachine en zijn vrienden moeten in eerste instantie niets hebben van het broederschap. Totdat ze in de problemen komen en hulp krijgen van het broederschap. Als ze voor de eerste keer bij de Emir zijn, lijken ze te zijn beland in een ander universum. Er staat een boekenkast gevuld met (religieuze) boeken, het is schoon en de eerste woorden van de Emir zijn: "Welkom broeders, u bent thuis!" (Intellectuele) Armoede, uitsluiting en wanhoop in het leven van de jongens maken plaats voor orde, broederschap en het gevoel er toe te doen. De spanning loopt op als blijkt dat de orthodoxie verder gaat en ze worden “uitverkoren” om over te gaan tot de heilige Jihad. De twijfel is tot op het laatste moment voelbaar en indringend. De beelden van de aanslag zijn dramatisch.

Geen Slumdog Millionair fabel
Regisseur Nabil Aayouch krijgt het voor elkaar: de film brengt de personages niet terug tot ‘slachtoffer’ of ‘dader’, maar brengt ze authentiek en indringend in beeld.
Eerder maakte Nabil Aayouch de film Ali Zaoua; prince de la rue. Een film over een groep straatjongens in Casablanca. Het lukte Aayouch in deze film om jongens die hij van de straat had geplukt, overtuigend te laten acteren. Met de film Chevaux de Dieu doet Nabil Aayouch het opnieuw en met succes. De film draaide in het filmfestival Cannes in de categorie Un certain regard.

De kleurrijke Marokkaanse taal, harde humor en volksaard werken aan het begin van de film aanstekelijk. Met name als je als kijker de Marokkaanse taal beheerst. Het is ruig en verre van beschaafd, tegelijkertijd pretenderen de personages dat ook niet te zijn. De film neemt de tijd. Je leert de jongens kennen met hun dromen en de wil om te overleven. Het enige wat ze hebben is hun gevoel voor humor, creativiteit en hun vuisten.
De kinderlijke onschuld van de jongens verdwijnt naarmate de film vorderde. Dit is geen Slumdog Millionair fabel. Het is de keiharde realiteit van jongens met een hopeloos armoedig leven zonder vooruitgang. Daarbovenop komen via radio en tv beelden binnen van een veranderende wereld ten aanzien van moslims en de Arabische wereld. Voldoende grond voor het extremisme, dat langzaam om zich heen grijpt en gebruik maakt van de kwetsbare situatie van mensen. De kroeg staat niet meer centraal in Sidi Moumen, maar de moskee. De sluiers domineren langzaamaan het straatbeeld en daar waar de cheicha’s (volkszangeressen) onderdeel waren van de volkcultuur, worden die vrouwen nu geweerd.

Als kijker weet je dat de aanslagen zullen plaatsvinden en toch blijf je hopen dat de inmiddels ontstane twijfel bij de oudere broer Hicham de overhand krijgt.
Dat gebeurt niet. De druk en spanning nemen toe.. De jongens krijgen te horen dat er geen weg meer terug is. Onschuldige mensen drinken een glas en luisteren naar muziek in Casa Espagna. De bommen gaan af. De camera neemt langzaam afstand en filmt in panorama de stad Casablanca en de sloppenwijk Sidi Moumen. We zien een volgende generatie arme jonge sloebers voetballen naast hun sloppenwijk, zij schrikken van de bommen, kijken op, hun bal verdwijnt in een diep ravijn. Een kloof, diep en groot, die de sloppenwijk mijlenver scheidt van de stad.

De film is onder andere te zien in Rialto tijdens het filmfestival Cinema Arabe.

.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Blogarchief